En daar loopt Pi de Bruijn

hoekenrodeplein,-vroeger-2012Op de grens van de Poort en het Arena-gebied, ofwel op de grens van de Bijlmer en Amsterdam, ligt het Hoekenrodeplein, voormalig vernoemd naar Anton de Kom, voordat die naam naar dat andere plein werd getransporteerd, waaraan gelegen het Stadsdeelkantoor, en dat ooit de toegangspoort naar de Poort en het Arena-gebied moest worden. Het werd de achterkant van de Poort: een zielloos plein met een markt en een lelijk gebouw.Het Hoekenrodeplein is een paar jaar geleden uitgeroepen tot schakel tussen Arena-gebied, de Poort en de Bijlmer. Het betekende een nieuwe zichtlijn en renovatie van het gebouw Nieuw Amsterdam, dat in de jaren ’80 werd ontworpen door Pi de Bruijn: een open rechthoek, ofwel een soort hof, dat een breed plein omarmde, met daarin een rechthoekige plas water, waarin weer een kunstwerk met een bewegende parasol, dat niet veel meer dan een paar dagen functioneerde.
Het gebouwde opende zich naar het toen nog niet verbouwde station, terwijl haar lange kant zich schuurde tegen een doorgaande dreef. In het midden van dat lange deel was een poort, waarin zich een hoog wiebertje bevond, een gebouwtje, dat de poort in drieën sneed, en waarin altijd een bankfiliaal of een uitzendbureau was gehuisvest. Die poort verbond station en Poort.

Het gebouw was niet spectaculair, maar wel lekker stevig en bracht herinneringen aan monumentale gebouwen, die in de 18de eeuw ofzo in de centra van steden werden neergezet. Pi bepleisterde zijn gebouw met smalle panelen, in de kleuren donkerblauw en bruinrood. Het was een kantorengebouw. Modern door zijn strakke architectuur en kleurgebruik, en tegelijk heel ouderwets. Een sobere vesting.

En toen kwam dus dat nieuwe idee. In het gebouw moesten hotels komen en brasserieën met terrassen, opdat Arena en Poort een groot entertainment-gebied zou worden en het volk van buiten, aangevoerd door trein en bus, en lopend vanuit de vele kantoren rond Arena de Bijlmer zou binnen stromen.
Het wiebertje moest uit de poort, die moest geheel open, want anders zou je de Poort niet zien of vice versa het station. En natuurlijk moest het gesloten karakter van het gebouw met zijn donkere (afwerende!) panelen gesloopt en vervangen door transparantie. De moderne tijd wil tenslotte openheid. Alzo gebeurde. Een kollega van Pi bij het architectenburo de ArchitectenCie, kreeg de vererende opdracht zoveel mogelijk glas in het gebouw te gooien en hij bedacht dat je de donkere panelen moest vervangen door stralend gouden.

En vanmiddag stonden wij op dat plein, met rondom dat gebouw, dat voor driekwart al in zijn nieuwe gedaante was gehangen. En wij zagen een gebouw, dat geen gebouw meer was, maar een soort luchtledig niets, gespikkeld met goud, rond een plein dat weliswaar een paar terrassen bevatte, maar in ieder geval nog lang niet af en nu nog geheel steriel. Totaal sfeerloos zullen we maar zeggen. En we zagen een andere grens, want op het Hoekenrodeplein aanschouwden we vooral blank kantoorvolk gezellig koutend rond een een glas wijn en bier, terwijl wij op de weg daarheen, op de Poort zelve, het zwarte mannenvolk voorbij liepen, druk doend op terrasjes, en op houten zitdingen de vrouwen, oudere mannen en gezinnen, bezig met hun mobiel, een vette hap of gewoon alleen aanwezig zijn.

En ik dacht: als ik nu Pi tegen kom, moet ik hem dit allemaal vertellen. En opeens, hoe is het in godsnaam mogelijk, ontwaarde ik hem, in zijn zwarte pak met wit hemd en zonder stropdas, lopend met een witte plastic tas en naast hem een dame. Hij richting Hoekenrodeplein, ik richting Anton de Komplein.
En straks, dacht ik door lopend, wordt het donker en is er in dit hele gebied bijna niets meer te beleven, behalve achter de gesloten fronts van Pathe, Heineken Music Hall en Ziggo Dome. Je gaat er tenslotte ‘savonds niet zomaar uit. Geen gezellige kroeg, geen lekker restaurant, geen fijn terras in de avondzon. Geen oude en nieuwe vrienden te bekennen.

En somberend passeerde ik platenzaak Pico, dat tot mijn verbijstering geen platenzaak meer was, maar Pico’s food and drinks and music. Er was geen klant te bekennen. Ik zag een enorme kast vol gekleurde flessen en helemaal achterin ontwaarde ik iets van cd’s. Ooit dreunde er muziek en was het 2x zo groot.
Op naar huis.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s