We hebben geen idee of u het al had opgemerkt, maar stadsdeel Zuidoost heeft op zijn website behoorlijk wat ruimte vrij gemaakt voor de komende verkiezingen. We zijn blij dat we er per toeval, via Facebook, achter kwamen. Belangrijkste onderdeel van het ‘verhaal’ zijn de interviews met de lijsttrekkers, in totaal zo’n 12 stuks, waaronder 3 vrouwen, all 12 op jacht naar de 13 zetels die de nieuwe bestuurscommissie te verdelen heeft.
Na lezing van alle interviews zouden wij zeggen: geef ze alle 12 een zetel en geef de restzetel aan een voorbijganger. In de interviews ontmoeten wij immers brave, keurige en verstandige mensen, die allemaal het beste met ons voor hebben. Politieke tegenstellingen vallen nauwelijks te ontdekken, hoewel er natuurlijk nuance verschillen zijn. En de prijs voor het meest enthousiasmerende verhaal gaat wat ons betreft naar Robert Coblijn van Bijlmer Style. Hier spreekt de passie voor Zuidoost.
Als de 12 + 1 gekozen worden hebben we een club die Zuidoost representeert, die bestaat uit mensen die hun woordje kunnen doen en het blijkbaar heel leuk vinden om voor ons het politieke werk te doen. Doen dus. En vraag je maar niet af of ze ook in hun handelen, hun integriteit, hun inzet, hun deskundigheid en hun taakopvatting allemaal even geschikt zijn, want dat valt toch niet te achterhalen. Neem er genoegen mee dat je ‘buren’ hen tot politiek leider van een bepaald merk hebben gekozen. Vertrouw ze maar, daar is niets op tegen.
We zijn er overigens ook niet bang voor, dat de bestuurscommissie een periode gaat inluiden, waarin ons stadsdeel weinig meer zelf kan regelen en doen. De bestuurscommissie kan immers geen beleid maken, zoals het Stadsdeel-orgaan dat wel kon. De Amsterdamse Gemeenteraad bepaalt wat er moet gebeuren. De bestuurscommissie mag uitvoeren, mee praten, adviseren, druk uitoefenen.
Dat is allemaal niet erg. want omdat we straks harder moeten knokken om onze dingen waar te maken, zullen meer bewoners zich aangesproken voelen om daarin mee te doen. De participatie van iedereen wordt versterkt. We zijn verlost van het instituut Stadsdeel, dat ons in de loop der tijd steeds meer macht uit handen heeft genomen, met dank aan het groeiend aantal ambtenaren, van een dikke 200 in ’87, start stadsdeel, tot ruim 600 in de afgelopen jaren. Een extra veeg teken daarbij was dat de afdeling voorlichting, communicatie, pr en propaganda groeide als kool, van een man, meneer Bos, naar een complete afdeling met geen idee hoeveel man en vrouw, minstens 10 schatten we zo. Die groei betekende dat de afstand tussen leiding en het volk vergroot werd. Er ontstond een voorlichtingsmachine, die zijn aard getrouw, alleen communiceert als dat handig en doeltreffend is, en verder vooral het instituut en zijn bazen verkoopt, wat vooral duidelijk werd in de jaren 2002-2010 toen Elvira Sweet de vlaggendraagster was.
Het instituut stadsdeel, opgericht om de politieke macht te decentraliseren en de burger meer bij het beleid te betrekken, groeide uit tot een vorm van vermomde centralisatie. En het is ongetwijfeld daardoor dat de gemeente Amsterdam zijn ambtenarenapparaat optuigde met 45 directeuren, die bij het heenzenden van de stadsdeel-besturen nu weer ontslagen kunnen worden. De stad maakte zich sterker door de groeiende macht van de stadsdelen, waarop de stadsdelen ook weer meer ambtenaren claimden. Instituties willen immers overleven en uitdijen.
We worden nu verlost van ons instituut. We kunnen er weer met z’n allen tegenaan. Leve de participatie-maatschappij.