Buiten fietst een kind op een steile brug. Stoempend omhoog en in een rotvaart naar beneden, waarna nog een uitloop van zo’n 100 meter. En dat een paar keer. Heen en terug. De moeder wacht geduldig bij haar fiets. De zon schijnt en er is verder niemand op straat. Ik kijk toe vanachter een raam.
En dat doe ik omdat ik opeens werd overvallen door de gedachte dat de kinderen uit onze samenleving, in dit geval de Bijlmer, zijn verbannen. Je hoort geen kinderstem, geen geren in het trappenhuis. Geen kind achter een bal. Geen moeder of vader met een kleedje, wat snoepgoed en speelgerei. Geen bevel van hier blijven.
We zijn alleen met huizen, wat bomen, gras en water. Soms is iemand onderweg en er komt op zekere tijden een metro voorbij. Jongeren kruipen soms bij elkaar op een bankje. En in de K-buurt doen ze aan tennis.
Het is corona tijd en eigenlijk is er niet zoveel verschil met anders toen je mondkapjes alleen in de operatiekamer zag. In de Bijlmer is het altijd nogal stil. Kinderen zitten vooral thuis of achter andere muren. Ik vrees dat ze alleen op school bewegen. In onze bomen kan je in ieder geval niet klimmen en vanaf een tak een buil vallen. In de Bijlmer fietsen ook geen ouders met hun kinderen naar de sportclub. Als ze gaan, gaan ze alleen of met de auto.
En nu is het nog stiller, met alleen die moeder en haar kind bij een brug. Er komen ook nu geen geluiden uit het stadsdeel, bevlogen teksten over naar buiten gaan en bewegen, ook in corona-tijd, en hoe dat te doen. En over het belang van samen spelen, voor straks als het weer normaler is. Het stadsdeel zwijgt hoewel onze koningin-moeder met haar eeuwige lach zo voor kinderen is.
Wat ook zwijgt zijn de scholen en de ambtenaren van het onderwijs. Geen snipper informatie, ook niet op de webpagina’s van gemeente en stadsdelen. Geen teksten over hun welbevinden, geen verzoek om steun, bijvoorbeeld om volwassenen die online hulp-onderwijs willen geven, of om geld voor het op internet aansluiten van de laptop die de gemeente wel verstrekt. We zijn toch het armste en minst onderwezen stadsdeel? En het geld hebben we, neem die tweemaal 250.000,– voor de G- en K-buurt, waarover kinderen niet mogen meepraten.
De kinderen en de scholen moeten terug naar het hart van onze samenleving. Na corona: weg met die afstand.