SLOOP GARAGE KRAAIENNEST
De Bijlmer moest een volstrekt veilige stad worden. De autowegen werden daarom op dijken en pilaren aangelegd en mochten nooit verder dan de garage. Vanuit de garage was een verbindingsweg naar het flatgebouw in een groot park, waar de bewoners veilig konden wandelen, fietsen en spelen. De garages waren ook onderdeel van het zogenaamde subcentrum, waar ook winkels, kantoren en andere voorzieningen werden gevestigd. De ontwerpers volgden hierbij de principes van het Nieuwe Bouwen, vastgelegd door het CIAM-congres van 1933.
De Bijlmer moest bewoond worden door brave, goedwillende burgers met een redelijk inkomen, maar deze wijk in het zuidoosten van Amsterdam werd een vergaarbak voor iedereen die zich een huis zocht. Al snel was het een migrantenstad. De gewenste bevolking kwam slechts in mondjesmaat en verdween vaak weer snel.
De Bijlmer werd het meest verguisde stadsdeel in Amsterdam en in 1992 werd er besloten tot sloop van flatgebouwen. Inmiddels, 2013, zijn meer dan de helft van de in 1968-1975 gebouwde appartementen gesloopt. Zijn de straten – dreven – verlaagd en ook bijna alle garages gesloopt. Op de foto´s de voor- en achterkant van garage Kraaiennest, waarvoor donderdag 16 mei 2013 de sloop begon, ingeluid met champagne en bitterballen.
Het grote logo ´Kraaiennest Kansenzone ´ werd via Photoshop in het beeld geplaatst. Tegenstanders van de sloop – het BijlmerMuseum – wilden er mee aangeven, dat het gebouw nog een prima toekomst als kansenzone kon hebben: als garage maar ook als onderkomen voor allerlei startende ondernemers. Het stadsdeel geloofde daar niet in.