De wijkaanpak is voorbij, gelukkig maar

wijkaanpakHet geld is op. Geen wijkaanpak meer in de EGK-buurt. Tijd voor een feestje dus, met een slotconferentie in het CEC. Afgelopen vrijdag was dat en wij waren erbij. Het was gelukt, zeiden sprekers zoals wethouder Ossel, en stadsdeelbestuurder Herrema en Vyent.  Bewoners waren actief geworden, initiatieven opgebloeid: samen een voor de buurt. En de organisatie liet voorbeelden zien: een moestuin in de E-buurt, een maandelijks repair-café in de Bonte Kraai, buurtambassadeurs. En daardoor leefden wij weer samen, en voelden wij ons verbonden met de buurt.

Tja, dat staat mooi op papier en is ook leuk om te zeggen, maar wij hebben niet het idee dat zes jaar wijkaanpak onze Vogelaar-wijk, met als kenmerken: arm, kansloos en wat verloederend, veranderd heeft. Er is een moestuin bij, zoals die er al voor de vernieuwing was, maar ontmoeten wij burgers elkaar nu meer, spreken wij elkaar nader, trekken wij samen op, bekommeren wij ons samen om de buurt; ofwel: hebben wij het gevoel in een levendige buurt te wonen, die we samen belangrijk vinden, waar wij het leuk vinden dat we er samen leven, waar we samen dingen doen, een borrel drinken, een spelletje spelen, een moestuin maken, op elkaars kinderen passen, elkaar’s kinderen bij huiswerk helpen. Neu, dat doen we niet. We zijn zelfs geen gemeenschap en willen dat ook niet.  We maken elkaars leven niet leuker en beter, zoals minister Vogelaar ooit hoopte met haar wijkaanpak.

Wijkaanpak betekende vooral veel nieuw geld, voor een nieuwe ambtelijke organisatie, geleid door het stadsdeel en de woningstichtingen, voor adviseurs, conferenties, 4-kleurenboekjes, en de eindeloos uitgesproken bewering dat het beter zou gaan.  Geld voor impulsen, dat nu op is. Weggegooid geld. Geld dat al die jaren gewoon in het bestaande welzijnswerk, – buurthuiswerk en opbouwwerk en maatschappelijk werk -, gestopt had moeten worden. Geld met als opdracht: het leven van bewoners en buurten te verbeteren, leven in de brouwerij te houden, het voorzieningenpeil op nivo te brengen. Er was dan minimaal hetzelfde bereikt als nu met de wijkaanpak, maar er was ook geïnvesteerd in organisaties, die door kunnen gaan, zaken kunnen blijven ontwikkelen.  En we hadden moeten beseffen, dat alles valt en staat met de juiste personen en de ruimte die ze krijgen.  Een organisatie moet geïnspireerde mensen met een idee aanstellen, die ergens voor durven gaan en mensen mee krijgen.  Bij de wijkaanpak bepaalden vooral brave ambtenaren wat leuk is en werd elk bewonersideetje omarmd. De wijkaanpak was goed voor kleine en grotere hossels, niet voor doorgaand beleid.

Het eindigde dus 25 oktober met een slotconferentie, met ook een Bewoners Business markt, waar bewoners met een uitgevoerd initiatief over hun project konden vertellen aan andere bewoners. Er kwam geen bewoner. Die wist ook niet dat er zo’n markt was. En de conferentie had geen verhaal, geen analyse, geen doel. Het eindigde met een amateuristisch bandje van 4 meiden, dat speelde, terwijl de overgebleven aanwezigen zich schikten in een lange rij. Een stoet wachtenden bij een tafel vol eten, op te scheppen door boos kijkende dames met een wit haarnetje om en plastic handschoenen aan. Bijlmer eten: vette bami, twee stukjes kip, theelepel kouseband, slappe satésaus, onvoldoende verwarmd. Ze aten het op.

Een Reactie op “De wijkaanpak is voorbij, gelukkig maar

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s