Ooit bestond het GK-kwadrant ofwel het Bijlmermuseum-gebied uit verhoogde wegen met viaducten, 8 garages en 8 galerijflats in een groot park die met de garages verbonden waren via een loopbrug. Dit jaar werd het gebied een beschermd stadsgezicht. Inmiddels waren alle verhoogde wegen gesloopt, minus een deel Groesbeekdreef, werden twee flatgebouwen weg geknabbeld, alle garages tot gruis vermalen en stonden de auto’s op het maaiveld. De erfenis van Nassuth en Stadsontwikkeling – een functionele stad met de grootst mogelijke ruimte voor zijn bewoners – was ook hier weg gemaaid en verminkt, vooral omdat het gehaat werd. Wat dus overbleef, werd een ‘museum’ omdat je niet alles kan slopen en je niet kon ontkennen, dat het gebied kwaliteit had. Bovendien was er ooit een vliegtuig naar beneden gekomen, wat nog altijd veel publiciteit genereerde.
Ondertussen is het gebied niet af. Langs beide zijden van de Karspeldreef, aan de museumkant en de overkant met zijn vier torens en moskee, liggen groene lappen grond, waar ooit garages stonden, en waarvoor plannen werden gemaakt die door de krisis van 2009 in de prullenbak verdwenen. Daar belandde ook een plan dat 1-2 jaar geleden door bewoners en ambtenaren voor een deel van die dreef-bebouwing werd bedacht. Toen het af was en werd gepresenteerd zeiden een paar van de machtigste bewoners ‘nee’, omdat zij vonden dat de gewone bewoner, die zij vertegenwoordigden, er eigenlijk niet aan te pas was gekomen. De participatie is inmiddels nieuwe wegen ingeslagen. Men zit in een proces. En de toekomst lijkt goud gerand. We zouden ook weer aan garages kunnen denken, want alle parkeerplekken zijn inmiddels overvol.
Helaas betekent dat niet dat garage Kempering naast de moskee tot in lengte van jaren kan aantonen, dat een garage een nuttige, bijvoorbeeld ruimte en fijnstof besparende functie kan vervullen. Ja, Kempering staat er nog, omdat in eerste instantie het Stadsdeel het ooit een leuk idee vond om aan te kondigen dat de garage 10 jaar beschikbaar zou blijven voor culturele activiteiten. Er werden zelfs organisaties gevraagd om daarvoor plannen te bedenken. En daarna kwamen er weer ideeën van andere clubs om de garage ook niet na 10 jaar te slopen, want je kon er 1-kamerwoningen in bouwen, een brouwerij voor Kleibier, een bios op het dak en ruimten voor allerhande musea: het plan van Dautzenberg en Seret. Het paste allemaal mooi in de nationale trend om oude meuk weer een nieuw leven te geven en tegelijk de geschiedenis van een gebouw en zijn functie in een stedebouwkundig ontwerp niet verloren te laten gaan. Denk ook aan de World of Food aan de Daalwijkdreef, de Verkade fabriek in Den Bosch, het Hem in Zaandam en heel vroeger Paradiso in Amsterdam. En dan had je nog garage Klieverink, die Vinger een zomer lang omtoverde tot een fantastische exporuimte voor beeldende kunst.
Kempering zal echter afhankelijk van de snelheid in plannenmakerij over twee of meer jaar tegen de vlakte gaan, want een ding werd duidelijk in al die jaren dat om behoud van de garage gestreden werd: stadsdeel en gemeente voelden er eigenlijk alles voor om duur geld te besteden aan de sloop. Ze wilden zeker niet investeren. Vandaar dat het ook niet werd opgenomen in de plankaart van het beschermd stadsgezicht van het Bijlmermuseum, hoewel het net over de grens ligt van het GK-kwadrant en het nog de enige garage is, die kan verwijzen naar de oude Bijlmer rond subcentrum Kraaiennest met zijn verhoogde Karspeldreef, een busstation en aanpalende garages. Peter Dautzenberg noemde in dit verband niet voor niets de inspanning die de gemeente zich ooit getroostte om het oude pakhuis De Zwijger aan het IJ te behouden, hoewel een dure operatie nodig was om dwars door het gebouw een oprit naar de Jan Schaeferbrug mogelijk te maken.
Afgelopen donderdag werd officieel afscheid genomen van het gebouw, met verhalen, toespraken en een bezoek aan het lege, bijna volledig gestripte gebouw. Er waren ambtenaren, een politiek bestuurder (Dirk de Jager), erfgoed deskundigen, en een kunstenares (Aileen Middel) die als een van de velen graffiti in het gebouw had aangebracht. Onder leiding van Imagine IC, die zich al enkele jaren bezig houdt met de erfgoed waarde van het gebouw, mochten we zeggen wat we zouden willen bewaren. ‘Het aangezicht’ riep iemand, maar dat kan natuurlijk niet, want dan behoudt je het gebouw, en daarover mochten we het eigenlijk niet meer hebben. De graffiti dan? Een stuk muur uitzagen en opslaan of er gewoon een foto van maken? Een tl-lamp, een deur, een trap, de glazen panelen die de aannemer had opgeslagen? Allemaal onzin natuurlijk. Het draait maar om een ding: het gebouw zelf. En dat kon natuurlijk niet, zoals de laat arriverende De Jager nog maar eens duidelijk maakte, weg met die garage, maar hij zou wel de geschiedenis van het gebouw willen bewaren, en noemde daarbij de criminaliteit, die er geweest zou zijn.
Wat restte was de mensonterende laatste functie van het gebouw: het zijn van een illegale slaapplaats voor onbehuisden, hun matrassen open en bloot of kleine tentjes. Ook voor hen is straks geen plaats als het gebouw door keurige woningen vervangen is. Het is ook maar gespuis, zoals een buurtbewoner in een notitie aan de organisatie liet weten om te verklaren waarom hij/zij niet bij de laatste ronde door het gebouw aanwezig wilde zijn.