Nieuwe reddingspoging voor zuidoost

Zonder sociale ellende geen rijkdom. Gevolg: mensen met een laag inkomen en vaak allerhande sociale en/of psychische problemen nestelen zich steeds meer in ‘zwakke’ wijken, waar vooral sociale huurwoningen staan. We spreken dan van achterstandswijken met te weinig voorzieningen, veelal beroerd onderwijs, taalachterstand, teveel persoonlijke schulden, enz. Het is een conclusie van Aedes, de koepel van de corporatie die die sociaal geprijsde woningen verhuren, en waarover vandaag, 4 februari 2020, De Volkskrant schreef. Alle aandacht en geldpotten uit het verleden, die de wijken van hoopvolle namen als kracht- of prachtwijk voorzagen, hebben kortom nauwelijks geholpen.

En dat geldt dus ook voor Zuidoost, met name Holendrecht in Gaasperdam en de oude Bijlmer, waaronder met nadruk de oude middenhoog-buurten als Kortvoort, Venserpolder en Hoptille gerekend moeten worden. Problemen huizen vanzelfsprekend eveneens in de nieuwbouw sociale huur na de sloop.

Gelukkig komt er een nieuwe reddingspoging. Per 17 december jl. besloot de gemeenteraad er vol tegenin te gaan, met een 20-jaar durend traject, waarin alles en iedereen met elkaar moet samen werken, met uiteraard extra gelden van gemeente en partners. Daar bovenop komen een eindelijk functionerend ambtelijk apparaat en een extra bestuurder, jazeker de burgemeester haarzelve. Ze wordt gesecondeerd door de drie leden van de bestuurscommissie. Je zou kunnen zeggen dat Zuidoost weer een echt stadsdeel wordt. In maart en mei moeten de plannen duidelijker worden.

Aanleiding voor de stevige stappen voorwaarts zijn niet zozeer de problemen die Aedes schetst, maar volgens de gemeente het toegenomen gevoel van onveiligheid – uitgedrukt in het cijfer 116 tegen gemiddeld 94 voor heel de stad – en daarmee samen hangend het gemak waarmee mensen worden neergestoken of beschoten. Die onveiligheid zou passen in een patroon, dat lang geleden werd ingezet.

En dat is waar. Dat gevoel stak al midden jaren ‘70 de kop op, aangevuurd door het idee van ‘onmenselijke’ hoogbouw en de komst van landgenoten uit overzeese gebiedsdelen. In de jaren ‘80 kampte de Bijlmer in ieder geval met een enorme leegstand en veel aan drugs gerelateerde criminaliteit. En dat leidde in de jaren ‘90 weer tot het besluit de hoogbouw drastisch te slopen of tot koopwoning te verbouwen – bijna 60% van de appartementen -, en daarmee tegelijk het gajes te verjagen.

De Bijlmer knapte er zeker van op. Het werd er veel schoner en ook keurig aangeharkt. De ‘junken’ verdwenen uit het straatbeeld. Geen auto’s meer zonder wielen. Weinig verhalen over inbraken. Minder luidruchtige feesten. En velen zoals schrijver dezes herkennen zich daarom niet in die gevoelens van onveiligheid. Misschien praatte de gemeente cq Halsema vooral met bewoners die extra subsidie hoopten te melken. Ze had in ieder geval geen contact met mensen van buiten die heden ten dagen een rondleiding mee lopen. Die vinden de Bijlmer prachtig.

Wat wel bleef waren de arme gezinnen, geleid door een alleen staande moeder, met in huis bijvoorbeeld een dochter met kind, een zoon die niet wil deugen en nog wat jonger grut. Wie ook bleven waren de eeuwig werklozen. Zij lieten zich indertijd niet door sloop verjagen. Zeker voor Surinamers is de Bijlmer tenslotte hun familieclan, hun netwerk en hun heimat. En waar vindt je mooiere en betere woningen dan in de Bijlmer. Het zijn de beste sociale huurwoningen die ooit werden opgeleverd tegen een huur, die in verhouding flink in waarde daalde, zeker als er een aardig bedrag aan huursubsidie vanaf wordt getrokken. De plattegrond van een vierkamer appartement in de hoogbouw maakt de woning bovendien uitermate geschikt als onderdak voor volwassen kinderen en voor verhuur aan migranten. Helaas wordt deze werkelijkheid door de gemeente niet aangestipt. Ze spreekt alleen over huurders, die willen verhuizen, maar ‘gevangen’ zijn, omdat bij verhuizing hun maandlasten met sprongen zullen stijgen. Dat heb je dus als een woonmarkt op slot zit.

De nog te ontwikkelen gemeentelijke aanpak zal zich niet alleen ontfermen over de gevoelens van onveiligheid en sociale problematiek. Er is daarnaast nog een wereld te winnen als het gaat om opkomst bij verkiezingen (in de Bijlmer het laagst van geheel Amsterdam, maar daar heeft de nota het niet over) en de laaggeletterdheid, in Zuidoost een schrikbarende 37%

De gemeente lijkt zich vooreerst te gaan inzetten op het drastisch verbeteren van het ambtelijk apparaat, dat ze als zwak benoemt. Het ontbeert bijvoorbeeld “de juiste en voldoende menskracht om zijn taak naar behoren uit te voeren. De stadsdeelorganisatie lijkt qua personeel op een doorgangshuis. Het hoge verloop van (leidinggevend) personeel en de carrousel van projecten zijn niet bevorderlijk voor een goede aansluiting op de sociale dynamiek van de samenleving.” 

Het ambtelijk apparaat is al vanaf de oprichting van het stadsdeel een zorgenkind. Toen de stadsdelen werden ingesteld en het overgrote deel der ambtenaren over de stadsdelen verspreid moesten worden, bleek al snel dat Amsterdam Zuidoost de laatste keus was. Bot gezegd: bijna niemand wilde er werken en nogal wat ambtenaren belandden op posities die hen totaal vreemd waren. De tweede klap kwam toen midden jaren ‘90 Zwart Beraad en andere groepen een voorkeursbeleid voor ‘zwarte’ ambtenaren eisten. Ze kregen gelijk. “Witten’ mochten bovendien een tijdlang niet op hogere, vrijkomende functies solliciteren. Die bleven een bepaalde periode gereserveerd tot een goede, ‘zwarte’ kandiaat gevonden was.

De sfeer werd er niet beter op. Daar bovenop kwam vanaf ‘94 de verdenking van cliëntelisme, dat sterker werd onder het bewind van de elkaar opvolgende, Surinaamse ‘burgemeesters’: Hannah Belliot, Elvira Sweet, Marcel la Rose en Muriel Dalgliesh. Het cliëntelisme, voor zover aanwezig, heeft in ieder geval nauwelijks tot een veroordeling, ontslag of straf geleid, hoewel een paar wethouders voortijdig moesten aftreden. Soms was er natuurlijk alleen maar sprake van je vrienden ook wat gunnen, zoals dat in elke organisatie gebeurt. Maar soms werd ook duidelijk dat een organisatie als Kwakoe jarenlang grote sommen subsidiegeld mocht zoekspelen. Het idee of de waarheid dat het stadsdeel bepaalde personen en groepen sterk voortrok, leefde in ieder geval ook bij de ambtenaren. Het leidde tot conflicten, ruzies en ander ongemak tussen diverse, strijdende partijen. De vrede lijkt nog altijd niet getekend, terwijl ook het hoge verloop van het personeel stug door ettert.

En het ettert evenzo door bij de diverse etnische groepen in ons stadsdeel, die zich benadeeld voelen. De nota erkent dat, maar spreekt niet van een eilandenrijk dat de Bijlmer cq Zuidoost van oudsher is. De diverse, etnische-culturele groepen komen nauwelijks bij elkaar op bezoek. De nota spreekt liever over ‘een hoge mate van sociale cohesie’ binnen de diverse groepen, waaraan de leden identiteit, geborgenheid en trots ontlenen. Het zal wel. De zo bezongen cohesie kan evenzogoed een gevolg zijn van familiale verplichtingen. Er zijn in ieder geval een paar vooraanstaande, etnisch-culturele groepen, die zowel de veiligheid verstoorders voort brachten als de demonstranten voor een mooiere wereld.

Foto’s komen uit de tijd van pracht- en krachtwijken. 

 

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s