Het ongeluk dat de Bijlmer geliefd maakte

De Bijlmer ramp die zondag 4 oktober 1992, vijf over half zeven ‘s avonds, uit de hemel kwam vallen, was natuurlijk niet een simpel tragisch ongeluk. Er zijn niet voor niets, nu peildatum 4 oktober nadert, weer activiteiten gaande rond het monument en omroepen leggen de laatste hand aan een dramaserie, een docu en een podcast. Het was immers een ramp van Bijbelse proporties. Om te beginnen bij de gezagvoerder van het EL Al vrachtvliegtuig, dat boven het Naardermeer, dus voorbij de Bijlmer, die zondagmiddag, een motor verloor dankzij ondeugdelijke schroeven, zoals een Boeing medewerker verklaarde, die er een spandoek over maakte en daarmee op eigen houtje naar Holland vloog. En zo was er een dodenvlucht begonnen, waarbij de gezagvoerder er niet voor koos in het Naardermeer te landen maar verbeten omdraaide richting Schiphol, dwars over bewoonde wereld heen. Het verhaal gaat dat de vracht koste wat het kost uit ieders zicht moest blijven, dus geen landing in openbaar gebied, maar op Schiphol waar Israël cq EL AL over een eigen, hermetisch afgesloten terrein beschikken.

Het vliegtuig boorde zich echter in het getto van Nederland, waar vele, zwarte mensen uit voormalige koloniën van Nederland en Engeland zich een woonadres hadden verworven, omdat er te weinig Nederlanders wilden wonen. Een getto dat deels gesloopt zou worden, zo was een paar weken voor die datum van 4 oktober officieel bekrachtigd. Natuurlijk had dat alles met elkaar te maken. De tragedie was Bijlmer’s lot, maar anderzijds: hoe groter de tragedie hoe beter: nationale aandacht en medelijden. Politici bijvoorbeeld konden bewijzen dat ze goede mensen waren, meer dan slopers van een armoe buurt. De Amsterdamse burgemeester sprak al snel van 250 doden en spoedig daarna ging de mare rond dat vooral illegale Afrikanen waren getroffen, de zgn ongedocumenteerden, die met velen de beschadigde appartementen bewoonden, en nu: zo niet dood dan gewond of zonder huis. De burgemeester wenste daarom ieder van hen, die niet dodelijk door de ramp getroffen was, een paspoort te geven. Dagenlang arriveerden vele honderden Afrikanen bij een speciaal loket in de Bijlmer en onder hen een behoorlijk aantal van buiten onze grenzen. Er stonden ook een paar groepjes ‘hulpverleners’ op, die Afrikanen onder hun hoede namen tot het bewijs geleverd werd, dat zij recht hadden op een paspoort. Een zo’n groep, onder leiding van de baas van buurtcentrum EeGee, bracht een 6-8tal in dat centrum onder, en de vier leden van de groep stopten pas hun arbeid toen de GGD ingreep. Er werd o.a. schurft geconstateerd en onderwijl was men geen stap dichterbij het paspoort gekomen. Wel werden de Afrikanen die weg wilden, met alle middelen tegen gehouden. En ondanks het ontbreken van elk bewijs – zelfs geen niet te identificeren lichaamsdeel – bleven mensen tot vandaag de dag beweren dat een aantal ongedocumenteerden in de geramde hoogbouw van de verguisde stad het leven hadden verloren. De ‘niet erkende waarheid’ leidde zelfs tot een gefictionaliseerde docu-film. Het officiële doden aantal bleef steken op 43, inclusief de bemanning van het vrachtvliegtuig.

Het verhaal van de ‘verboden waarheid’ beklemtoonde, dat je politici nooit moet geloven, al beloofden ze paspoorten en deelden ze ruimhartig geld uit, financierden ze een monumentaal monument, organiseerden ze een immense mars van droefenis en een landelijke tv-uitzending vanuit de RAI. De overheid deed er in ieder geval alles aan om de ramp zo indrukwekkend mogelijk te maken, al was er feitelijk slechts sprake van een gruwelijk bus-ongeluk, maar op die manier wenste men niet te denken. De ramp moest buiten proportie zijn en vele soorten hulpverleners verdienden er goed aan. Tegelijk werden onderzoekers en artsen niet vertrouwd door hen die zich ook slachtoffer voelden, want sinds de ramp hadden zij last van onverklaarbare en ernstige ziekte-verschijnselen. Het waren mensen die vele of honderden meters van de ramp woonden. Ter bewijs van de hen aangedane ziekten wezen ze naar die mannen in witte pakken, die op het rampterrein de lading van het vliegtuig onderzochten op mogelijke (levens)gevaarlijke stoffen. Die werden officieel niet gevonden, ook niet na lichamelijk onderzoek bij mensen zonder en met klachten. Maar dat was ook niet echt van belang, ook zij waren slachtoffers net zoals de ongedocumenteerden.

De ramp werd in ieder geval ons visitekaartje, geen Bijlmer rondleiding zonder een bezoek aan het monument. En zo kon het gebeuren dat afgelopen zaterdag 13 (!) augustus de ramp opnieuw omarmd werd onder leiding van een Ghanese kunstenares: Fatric Bewong een artist in residence, uitgenodigd door het CBK. Zo’n 30 mensen hadden zich aangemeld om met houtskool, zwart of rood, een afdruk te maken van de bast der bomen, die er altijd al waren en het ramp monument omringen, want zo schreef Fatric: We Are The Eyes That Saw, We Speak Of The Pain That Was, We Become The Hearts That Heal. De doeken met afdruk worden aan elkaar genaaid om op 4 oktober a.s. (en bij andere gelegenheden) als herinnering te dienen aan de voorbije 30 jaar. En de herdenking zal straks opnieuw worden georganiseerd door de stichting Beheer Het Groeiend Monument, al die jaren vanaf de start in 1999 in vertrouwde handen van Helen Burleson-Esajas (dan 82 jaar oud) en haar mede Surinaamse mensen, oudere vrouwen met name van de Evangelische Broeder Gemeente. En ongetwijfeld zal ook het geijkte orkestje weer akte de présence geven.

Het afdrukken van de boombast is bijna gedaan, nu wachten op de rest van het programma.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s